de roos periode van picasso schilderijen
Pablo Picasso werd geboren 25 oktober 1881, Malaga, Spanje, en stierf op 8 april 1973 (leeftijd 91) Mougins, Frankrijk. Hij werd opgeleid door zijn vader Jose Ruiz y Blasco (1838-1913) was een Spaanse schilder en tekenleraar van het tekenen aan de Escuela Provincial de Bellas Artes in Málaga en een schilder die gespecialiseerd is in afbeeldingen van duiven en duiven, en gaf zijn zoon zijn eerste kunst lessen in 1888. In 1891 de vader verhuisde naar La Coruna en doceerde aan de Escuela de Bellas Artes, waar zijn zoon woonde zijn decoratieve tekening klassen. In 1895 verhuisde hij naar Barcelona en gaf les aan de Escuela de Bellas Artes.
Vanaf dat moment zijn vermogen om te experimenteren met wat hij leerde en om nieuwe expressieve middelen al snel kon hij zijn vader overtreffen capaciteiten te ontwikkelen. In La Coruà zijn vader zijn eigen ambities verschoven naar die van zijn zoon, waardoor hij modellen en steun voor zijn eerste tentoonstelling op de leeftijd van 13.
Het gezin verhuisde naar Barcelona in het najaar van 1895, en Pablo ging de plaatselijke kunstacademie (La Llotja), waar zijn vader was zijn laatste post aangenomen als hoogleraar in de tekening. In 1897 zijn uiteindelijke bekendheid in Spanje leek verzekerd, in dat jaar zijn schilderij Wetenschap en Charity, waarvoor zijn vader gemodelleerd voor de dokter, werd een eervolle vermelding in Madrid uitgereikt tijdens de Schone Kunsten Tentoonstelling.
Sinds Pablo Picasso werd opgeleid door zijn vader te schilderen vanaf zeer jonge leeftijd, nam hij zijn invloed en die van de tradities van de Spaanse kunst. Door zijn vroege jaren '20, was verhuisde hij naar Parijs, en snel veranderde zijn aarde-tinten kleuren op een palet dat was meer emotioneel expressief. Zijn eerste echt originele werken waren die van zijn Blauwe periode. De jonge kunstenaar werd geconfronteerd met een aantal moeilijke tijden na de dood van zijn beste vriend, en werd ook in financiële problemen tijdens zijn eerste jaren in Parijs. Zijn schilderijen van deze tijd zijn gemaakt in overwegend blauwe tinten, en de beelden waren van immaciated mensen die eruit zien alsof ze zijn naar beneden op hun geluk. Ondanks dit, de schilderijen komen tot een gevoel van mysterie, en dit zijn enkele van zijn meest poëtische beelden.
In het najaar van 1897 ging hij de Koninklijke Academie van San Fernando. Maar het vinden van het onderwijs is er dom, hij steeds meer bracht zijn tijdregistratie leven om hem heen, in de cafes, op straat, in de bordelen, en in het Prado, waar hij ontdekte de Spaanse schilderkunst.
Picasso maakte zijn eerste reis naar Parijs in 1900. Parijs was toen de kunst hoofdstad van Europa. Daar ontmoette hij zijn eerste Parijse vriend, de journalist en dichter Max Jacob, die heeft geholpen bij Picasso leren van de taal en haar literatuur. Het waren tijden van grote armoede, kou en wanhoop.
In Picasso's 'Blauwe Periode "(1901-1904), zijn blauwe schilderijen beelden behoeftige mensen. Blauw was bewust gekozen - diep en koud, betekent ellende en wanhoop - om de hopeloosheid van de afgebeelde figuren, zoals bedelaars, prostituees, de blinde, out-of-work acteurs en circus folk intensiveren, maar ook Picasso zichzelf en zijn zonder een cent vrienden. Op het moment, Picasso ook droeg blauwe kleding.
In 1905-6, Picasso's palet begon aanzienlijk verlichten, waardoor in een opvallend beige of "roos"-toon. Het onderwerp is ook minder deprimerend. Hier zijn de eerste optredens van de circusartiesten en clowns die Picasso's schilderijen zullen in de verschillende stadia bevolken door de rest van zijn lange carrière.
Toen Picasso de kleuren helderder, heeft in wat enigszins misleidend is aangeduid als de 'Roze Periode "(1904-1906), want niet alleen zacht roze, maar blauw-, rood-en groentinten te vullen deze beelden. De uitgehongerd cijfers werd voller. De nieuwe kleur drukt warmte en het leven. Picasso's schilderijen beginnen te verkopen, en hij heeft nu een studio, een minnaar en een leven. De twee periodes - de "Blue" en de "Rose" - vormen een overgang tussen de conventionele kunst van zijn jeugd en de beeldenstorm kunst van zijn looptijd. In 1907, Picasso en Georges Braque het kubisme te introduceren, waar de vorm niet meer lijkt te volgen de traditionele regels van driedimensionale representatie. De "Blue" en "Rose" periodes blijft populair, omdat de menselijke figuur is minder niet-vervalste en meer herkenbaar dan in de Picasso's kubistische werken.
Bronnen:
